Auteur: A.L. Brindley en A.D. Neves Espinha
In de zomer van 1927 werden de resten van een vernield hunebed ontdekt tijdens ontginningswerkzaamheden ten ZO van Tinaarlo. Van Giffen werd gewaarschuwd, maar was door omstandigheden niet in staat op korte termijn onderzoek in te stellen. Uiteindelijk vond dit pas in het voorjaar van 1928 plaats. De ontdekking van de resten bleef niet geheim en de vindplaats werd weldra door belangstellenden gezocht. Sommigen namen zelfs de schep ter hand en begonnen met het verzamelen van scherven etc. Hoeveel materiaal op deze wijze is verdwenen is niet bekend. Van Giffen (1944: p.7) kende alleen een verzameling die in het bezit was van ds. G. van Veldhuizen te Rotterdam, zoon van de eigenaar van het landgoed ‘Adderhorst’ bij Tinaarlo en melder van de ontdekking. Uit een publicatie van de laatstgenoemde is bekend dat een andere, anoniem gebleven, verzamelaar o.a. een gave strijdhamer heeft opgegraven.
Het artikel is te lezen in Paleo-aktueel nr. 10 (1998) https://ugp.rug.nl/Paleo-aktueel/article/view/36524/33973