Deze kleine, maar fijne hunebedden vormen een paar. Dat komt in Drenthe nog zevenmaal voor, en dan zijn er ook nog twee plekken waar drie hunebedden bij elkaar liggen. D22 is met zijn 4,5 meter lengte het kleinste hunebed van Nederland D21 is in 1918 helemaal opgegraven. Als je hier tegen zonsondergang komt, steken het hunebed en de boom die erbij staat, prachtig af tegen de avondhemel.
Beschrijving en details van D21 en D22
nummer D21
naam Bronnerger-West (Zuid-es)
eigennaam –
gemeente Borger-Odoorn
eigenaar / beheerder Provincie /Het Drentse Landschap
lengte / breedte 7,7 m / 2,9 m
oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 8 / 3
ingangspartij oorspronkelijk werd de ingang gevormd door één paar poortzijstenen
steenkrans –
oriëntatie 38º 30´
coördinaten N 52 56.649; E 006 48.003
topografische aanduiding 249.97/551.72
Bijzonderheden: voor de eerste vermelding zie D19. Het hunebed is in 1918 door Van Giffen onderzocht. Het oudste TRB-aardewerk kan aan horizont 1 worden toegewezen. Eén van de vondsten is een potje met – volgens sommigen – een voor de TRB-Noordgroep kenmerkende versiering. In 1960-1961 werd D21, dat een paar vormt met D22, gerestaureerd.
nummer D22
naam Bronneger Oost (Zuid-es)
eigennaam –
gemeente Borger-Odoorn
eigenaar / beheerder Provincie / Het Drentse Landschap
lengte / breedte 4,5 m / 3 m
oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 5 / 2
ingangspartij onbekend
steenkrans –
oriëntatie 66º 30´
coördinaten N 52 56.660; E 006 48.022
topografische aanduiding 249.99/551.74
Bijzonderheden: voor de eerste vermelding zie D19. Bij Van Giffens onderzoek in 1918 werden de resten van 41 stuks aardewerk gevonden; het oudste TRB-aardewerk kan aan horizont 3 worden toegewezen. D22, het kleinste nog bestaande hunebed in Nederland, werd in 1960 gerestaureerd. Het monument vorm een paar met D21.
3D modellen
D21 – Bronneger West by Groningen Institute of Archaeology on Sketchfab
D21 – Bronneger West by Groningen Institute of Archaeology on Sketchfab
Professor Van Giffen op bezoek bij D21 en D22 in 1918



D21 – Van Giffen telde hier 3 “zware” dekstenen, gedragen door 8 zij- en 2 sluitstenen. Aanvankelijk miste hij 1 sluitsteen, maar die bleek te zijn omgevallen en in het graf te liggen. Ook vond hij later nog een poortzijsteen. Hij noemt ook de 2 markante bomen: links een beuk en rechts een eik. De eik is later gerooid maar de beuk staat er nog steeds en is in de loop der tijd alleen maar nog indrukwekkender geworden. Het hunebed is in 1870 door de Staat aangekocht.





D22 -Van Giffen had hier niet slechts oog voor het steengraf op zich, getuige de foto waarop de imposante eik nadrukkelijk is afgebeeld. Hij zag hier 2 grote dekstenen die aan de ZZ tegen de eik leunden en aan de NZ op de bodem schenen te liggen. De 4 zijstenen kwamen pas te voorschijn toen hij in 1918 de kamer blootlegde. Daardoor beoordeelde hij het hunebed “in tamelijk oorspronkelijken staat”. De eik staat er nog wel maar heeft door de tand des tijds ernstig geleden. De bliksem heeft de stam geheel uitgehold. Net als D21 is de Staat sinds 1870 eigenaar.
Het standpunt van de fotograaf is op onderstaande plattegrond met een oog aangeduid.
Plattegronden van D21 en D22 uit 1925
D21
D22
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D21 en D22
Copyright Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Mede mogelijk gemaakt door het Wetenschappelijk Fonds van de DPV.

D22 op oude ansichtkaart

D21 en D22 als pentekening door Arie Goedhart
Arie Goedhart heeft alle hunebedden vastgelegd als pentekening. Het complete overzicht is te zien op www.hunebednieuwscafe.nl

