Er zijn niet veel mensen die pal naast een hunebed wonen. Hier in Midlaren, aan de Schutsweg, staan er zelfs twee, naast huisnummer 42. Ze zijn tamelijk compleet. Ze liggen precies in elkaars verlengde, wat nergens anders voorkomt. Vroeger werden ze zelfs wel als één hunebed beschouwd.
Beschrijving en details van D3 en D4
nummer D3 naam Midlaren-West (Steenakkers) eigennaam – gemeente Tynaarlo eigenaar / beheerder Provincie / Het Drentse Landschap lengte / breedte 10,7 m / 4,4 m oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 12 / 6 ingangspartij wordt gevormd door één paar poortzijstenen steenkrans – oriëntatie 93º 30´ coördinaten N 53 06.464; E 006 40.294 topografische aanduiding 241.01/569.76
Bijzonderheden: de eerste vermelding is van 1711 (L. Smids): “bij Suytlaren”; Smids ging er echter nog van uit dat D3 en D4 één grafmonument vormden. In 1870 is de dekheuvel verwijderd, waarbij ook in de kelder zelf gegraven werd. Een deel van de vondsten die daarbij gedaan werden, is beland in het Drents Museum in Assen, het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden en zelfs in het British Museum in Londen. D3 is nooit volgens moderne wetenschappelijke maatstaven onderzochten er hebben ook nooit restauraties plaatsgehad. D3 vormt een paar met D4.
Cup marks
Hunebed D3 is een groot hunebed in Midlaren. Van de deksteen waarop onderstaande cup marks zijn aangetroffen is niet bekend of hij nog op de originele locatie ligt. De deksteen is van de draagstenen afgegleden waardoor de bovenzijde zich nu bijna tegen de naastliggende deksteen bevindt. De cup marks zijn aangebracht op de bovenzijde van de deksteen. Er bestaat twijfel over de hoeveelheid cup marks. Gezien de slechte bereikbaarheid is niet duidelijk te zien om hoeveel cup marks het precies gaat. De onderstaande twee cup marks zijn wel duidelijk herkenbaar. Een 3D-model is niet mogelijk door de geringe ruimte. Lang werd gedacht dat hunebed D4 en D3 bij elkaar hoorden.
Cup marks op D3. Foto Mette van de Merwe
nummer D4 naam Midlaren-Oost (Steenakkers) eigennaam – gemeente Tynaarlo eigenaar / beheerder Provincie / Het Drentse Landschap lengte / breedte 14,8 m / 3,9 m oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 14 / 7 ingangspartij wordt gevormd door één paar poortzijstenen steenkrans – oriëntatie 88º 30´ coördinaten N 53 06.464; E 006 40.294 topografische aanduiding 241.03/569.76
Bijzonderheden: voor de vroegste vermelding en vondsten zie D3. Rond 1965 is er een kleine reparatie uitgevoerd. D4 ligt pal naast een boerderij en vormt een paar met D3. In 2003 zijn bij verbouwingswerkzaamheden aan het pand Schutsweg 40 een zogenaamde “uitruimkuil” met vondsten uit D4 of D3, en een “offerkuil” met een omgekeerd geplaatste ,versierde kom gevonden..
Ufkes, A., 2003: Een archeologische begeleiding (AB) bij ‘de Steenakkers’ te Midlaren, gemeente Tynaarlo (Dr), Groningen (ARC-Rapporten 2003-74).
Professor Van Giffen op bezoek bij D3 en D4 in 1918
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D3Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D4. Foto Drents ArchiefUit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D3 en D4
D3: Van Giffen meldt dat de tweeling D3 en D4 in 1869 door de Staat werd aangekocht en dat ze vóór zijn tijd door sommige onderzoekers voor één groot hunebed werden aangezien. Dit is het westelijke hunebed. Hoewel dit steengraf met 6 dekstenen, 14 sluit- en zijstenen en 2 poortstenen vrijwel compleet is, noemt Van Giffen het “”nog al gestoord”. Dat slaat dan waarschijnlijk op de toestand van de 6 dekstenen die op één na zijn verzakt of in de kelder afgegleden. Dat zijn ze nog steeds want echt gerestaureerd is dit steengraf nooit. Verder noemt hij de ligging “betrekkelijk gevaarlijk”. Wat hij daarmee heeft bedoeld is een raadsel. De 7 fraaie eiken die hij in zijn beschrijving noemt, staan er nog steeds.
D4: Van Giffen vond dit hunebed “erg gestoord”. Dat klopt ook wel want alle aanwezige 7 dekstenen waren afgegleden en in de kelder gezakt. Dat is nog steeds zo want ook dit hunebed is nooit echt gerestaureerd. Op 1 zijsteen en 1 poortsteen na is dit monument echter wel vrij compleet. En dan natuurlijk de bijzondere ligging: “juist bij een huisje aan den zandweg”, en dat is nog steeds zo. Sterker nog: bovenstaande foto kan niet meer gemaakt worden want ook aan “deze” zijde verrees een boerderijtje (die trouwens in de loop van 2004, grondig is gerestaureerd).
Het standpunt van de fotograaf is op onderstaande plattegrond met een oog aangeduid.
Plattegronden van D3 en D4 uit 1925
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D3
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D4
Copyright Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Mede mogelijk gemaakt door het Wetenschappelijk Fonds van de DPV.Copyright
D3 en D4 in knipsels en artikelen
Grondsporen uit de tijd van de Trechterbekercultuur ontdekt
Bij werkzaamheden aan de boerderij zuidelijk van het hunebeddenpaar D3 en D4 werden, in 2003, door archeologen van ARC grondsporen ontdekt die uit de tijd van de Trechterbekercultuur dateren. Een van de sporen – geinterpreteerd als een offerkuil – bleek een complete kom te bevatten die op de kop was geplaatst. Hij stamt uit horizont 4, d.w.z. de periode 3200-3050 v.Chr. Ga naar het artikel.