Dit hunebed weten maar weinig mensen te liggen. Er is ook niet veel over bekend, want er is nooit in gegraven. Wel hebben archeologen ooit gekeken of er nog meer stenen hebben gestaan. Ze vonden inderdaad de sporen ervan terug en hebben die gemarkeerd met cement.
Beschrijving en details van D31
nummer D31
naam Exloo-Zuid (Hunzebos)
eigennaam –
gemeente Borger-Odoorn
eigenaar / beheerder Rijk / Staatsbosbeheer
lengte / breedte 7,0 m / 3,3 m
oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 8 / 4
ingangspartij heeft bestaan uit één paar poortzijstenen
steenkrans –
oriëntatie 110º 30´
coördinaten N 52 52.064;E006 52.242
topografische aanduiding 254.90/543.32
Bijzonderheden: de oudste vermelding stamt van R. Boelken en dateert van 1818. De kelderinhoud is nooit wetenschappelijk onderzocht. In 1952 vond een restauratie plaats en in 1965 zijn bij een klein onderzoek de standplaatsen van poortzijstenen ontdekt.
3D model
Professor Van Giffen op bezoek bij D31 in 1918

Dit povere restant van een hunebed ligt er nu nog vrijwel net zo bij als Van Giffen het in 1918 aantrof: “in zeer treurigen staat en tot onherkenbaar wordens toe vernield”. Hij identificeert 1 deksteen en 2 zijstenen. De overige 5 zwefkeien zijn volgens hem van “onbepaald karakter”. De cirkelvormige voet van de oorspronkelijke dekheuvel is nog wel prominent aanwezig. De Markgenoten van Exloo hebben dit vernielde monument in 1847 gratis aan de Provincie aangeboden.
Het standpunt van de fotograaf is op onderstaande plattegrond met een oog aangeduid.
Plattegrond van D31 uit 1925
Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D31
Copyright Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Mede mogelijk gemaakt door het Wetenschappelijk Fonds van de DPV.

D31 als pentekening door Arie Goedhart
Arie Goedhart heeft alle hunebedden vastgelegd als pentekening. Het complete overzicht is te zien op www.hunebednieuwscafe.nl
