D49/Schoonoord

Dit hunebed heeft een eigen, opvallende naam: de Papeloze Kerk. Het is zo genoemd omdat hier in de zestiende eeuw geheime protestante kerkdiensten in de open lucht werden gehouden. Geheim, omdat dat niet mocht van de katholieke overheid. Die diensten werden niet geleid door een katholieke geestelijke, oftewel een ‘paap’. Vandaar de naam. Het hunebed is in 1958 ingericht als ‘educatief’ monument, compleet met een deel van een heuvel eroverheen.

Beschrijving en details van D49

Nummer D49
naam Schoonoord
eigennaam De Papeloze Kerk
gemeente Coevorden
eigenaar / beheerder Rijk / Staatsbosbeheer
lengte / breedte 12,1 m / 4,7 m
oorspronkelijk aantal zijstenen / dekstenen 12 / 6
ingangspartij dit hunbed heeft waarschijnlijk twee paar poortzijstenen gehad
steenkrans D49 is door een steenkrans omgeven
oriëntatie 118º 30´
coördinaten N 52 49.199; E 006 46.423
topografische aanduiding 248.48/537.88

Bijzonderheden: D49 wordt voor het eerst vermeld in 1815 door N. Westendorp. Het zwaar gehavende monument is in 1938 en 1958 onderzocht door Van Giffen en aansluitend in 1958- 1959 onder zijn leiding ingrijpend gereconstrueerd – veel van de stenen zijn van elders aangevoerd, onder meer van hunebed D33 bij Valthe – en gedeeltelijk met een heuvel overdekt. Het is daardoor een voor Nederland unieke educatieve hunebedreconstructie geworden. Het is ook het enige hunebed waarvoor bezoekers ooit toegang moesten betalen om het te kunnen zien (dit heeft geduurd tot begin jaren tachtig). In 1996 vond er weer een restauratie plaats.

Cup marks

De cup marks die op een van de kransstenen zitten, zijn waarschijnlijk niet meer in de originele context. Het hunebed is samen met D33 samengevoegd om een volledige reconstructie te maken. Beide hunebedden hadden hier te weinig stenen voor. Echter, er zijn meer stenen toegevoegd dan alleen de stenen van D33. Het is dus niet bekend waar de stenen vandaan komen en welke het zijn. De steen met de twee cup marks kan van beide hunebedden zijn, maar omdat ze niet volledig overeenkomen met de tekeningen van Van Giffen is de kans groot dat de steen van een onbekende plek komt. Van Giffen schrijft in zijn geïllustreerde gids over D49:
‘Voor het overige zijn de ontbrekende of benodigde stenen en de aarde voor de dekheuvel uit de wijde, resp. naaste omtrek aangevoerd.’
Ervan uitgaande dat kranssteen R XVI niet tot beide hunebedden behoort, kan een duidelijkere locatie niet worden achterhaald. Van Giffen heeft bij hunebed D33 geen kransstenen aangetroffen, D49 werd omringd door een aantal stenen waarover twijfel bestaat of ze ooit gediend hebben als kransstenen.

Cup marks op D49. Foto Mette van de Merwe

3D model

]

D49 – Schoonoord by Groningen Institute of Archaeology on Sketchfab

D49 de deksteen wordt er opgelegd. 1958/1959

Op onderstaande foto’s is de huidige situatie te zien en een bewerkte compositie van D49 door Hans Meijer. Op de bovenste foto is de huidige situatie te zien, hier is het hunebed voor de helft teruggebracht in de situatie zoals hij er in de prehistorie moet hebben uitgezien. In de computersimulatie op de tweede foto is het complete beeld te zien. Waarschijnlijk is de ingang met een houten deur afgesloten geweest.

De huidige situatie Foto Hans Meijer
Foto compositie Hans Meijer

D49 in publicaties

Bakker, J.A., 2012: Augustus 1856: George ten Berge tekent de hunebedden bij Schoonoord, Noord-Sleen en Rolde, Nieuwe Drentse Volksalmanak 129, 211 – 223.

Onderzoek

Anna L. Brintley heeft onderzoek gedaan naar het aardewerk in D49. Het is verschenen in Paleo-aktueel nr. 6 1994 https://hunebeddeninfo.nl/1994/07/datering-van-hunebed-de-papeloze-kerk-d49-bij-schoonoord-dr-op-grond-v-an-het-aardewerk/

Professor Van Giffen op bezoek bij D49 in 1918

Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, fig. D49

Op onderstaande foto is D33 te zien. Dit hunebed is opgeofferd om D49 te restaureren. D33 bestaat nu niet meer.

Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D33

“Het hunebed verkeert in een zeer gehavenden staat; de oorspronkelijke toestand is bij benadering nog wel herkenbaar”, stelde Van Giffen in 1918 vast. Het hunebed lag in een kuil in het midden van de nog grotendeels aanwezige dekheuvel. Ook hier valt weer de troosteloze oneindigheid van de heidevlakte waarin het hunebed is gelegen op. Als we even de balans opmaken van het aantal stenen van toen, en die vergelijken met de huidige toestand, dan weten we hoeveel stenen Van Giffen heeft moeten laten aanrukken om de reconstructie mogelijk te maken. Dekstenen: toen 2, nu 6. Sluitstenen compleet. Zijstenen: toen 10, nu 12,. Poortstenen: toen 0, nu 5. Kransstenen: nu 28, toen (mogelijk) 8 . Dus 31 stenen: 4 dekstenen, 2 sluitstenen, 5 poortstenen en 20 kransstenen. Bovendien een hele hoop stop- en pakstenen, drempelsteen en vloerkeitjes. Een hele klus ! Maar het resultaat mag er nog steeds zijn ! Het hunebed is sinds 1871 eigendom van de Provincie.

Het standpunt van de fotograaf is op onderstaande plattegrond met een oog aangeduid.

Plattegrond van D49 uit 1925

Uit A.E. van Giffen, De hunebedden in Nederland, Utrecht 1925-1927, plattegrond. D49

Copyright Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie. Mede mogelijk gemaakt door het Wetenschappelijk Fonds van de DPV.

D49 op oude ansichtkaarten en foto's

Voor de restauratie

D49 als pentekening door Arie Goedhart

Arie Goedhart heeft alle hunebedden vastgelegd als pentekening. Het complete overzicht is te zien op www.hunebednieuwscafe.nl

D49 door Arie Goedhart